India Individueel  

start Start

inleiding india Wie zijn wij

autoverhuur india Autoverhuur

reacties Reacties

hotels in india Hotels in India

links india Links

contact Contact

India / Nepal groepsreis met Djoser 1994

26 JUNI

10.45 uur
Nou, daar ga ik dan. Met elf onbekende mensen de lucht in via Frankfurt naar Delhi. In het eerste vliegtuig krijgen we een klef duits croissantje met kleffe kaas. De koffie is goed. De vlucht zal kort duren. Eerst in Frankfurt nog een aantal uren wachten. En dan ... op naar India.
Ik heb net gehoord dat de vorige groep door de hittegolf (50 graden) volledig uitgedroogd was. Er moesten dokters aan te pas komen.
Voor we weer gaan landen worden we door de Lufthansa nog verblijd met twee World-Cup chocolade voetballetjes. Eén wit en één bruin.

16.30 uur
Al enigszins uitgeteld lig ik op bed in een suite van het Sheraton Hotel in Frankfurt. Air India was te laat, de crew moet nog slapen, dus vertrekken we pas morgenochtend om zeven uur richting Delhi.
Lekker in bad geweest. Ik wacht nu op het avondeten en dan vroeg naar bed.

27 JUNI

8.00 uur
Toch nog de lucht in, na een ontbijt van koffie met appelgebak. De namen van m'n medereizigers ken ik nu: Frans/Jan/Erica, Corné, Toos en Aafke, Christa en Jaap, Johan en Jozefien, en Wilma.
We zullen ongeveer 7 1/2 uur vliegen en komen tegen de avond in Delhi aan.
Als alles goed gaat.

13.00 uur
Foei, foei, foei. Het vliegen duurt wel erg lang. Nog ongeveer twee en een half uur. We zitten denk ik boven Iran. Vanuit het raampje kun je een bergachtig landschap zien. We krijgen zo meteen een lunch. Ik neem kipcurry. Dat zal niet de laatste keer zijn voorlopig.

00.15 uur
Het Imperial Hotel in Delhi: groot en luxueus. Ik heb net heerlijke macaroni gegeten, een fles water gekocht en ben mij aan het voorbereiden op een warme, korte nacht. De kamer is tot in alle hoeken en gaten volgespoten met een anti-muggenspray. Een hagedisje kruipt ook rond.
We hebben nog nauwelijks iets van India gezien. Het was door het tijdsverschil al donker toen we aankwamen.
Morgen gaan we met de Pink City Express naar Jaipur, de roze stad.
Opstaan om vier uur!

28 JUNI

7.15 uur
We zijn een uur onderweg richting Jaipur. Het is behelpen in de trein. Boven op m'n reistas is het nog een beetje te doen met m'n benen, alleen hen ik nu nog nauwelijks uitzicht. Zowel de houten bankjes als de ramen zijn laag. Tot nu toe voornamelijk poepende mannen gezien, die uit de krottenwijken van Delhi ontwaken en de treinrails als openbaar toilet gebruiken.

22.30 uur
De hele treinreis was echt uitzitten. Na de poepende mensenmassa urenlang een mooi landschap met bomen, huizen, dorpjes en kleurrijke mensen. Eindelijk om een uur of twaalf in Jaipur aangekomen. Met de bus naar een prachtig Maharadjapaleis dat nu als hotel dienst doet. Ik slaap met Frans en Corné in prachtige ruimtes met antieke hemelbedden. Ik voel me afgepeigerd door de lange reis, het tijdsverschil, en ik snak naar een bed. Ik heb dan ook van één tot vijf geslapen om even bij te komen. Terwijl we nog steeds nauwelijks iets van India gezien hebben.

Om vijf uur de stad in. Lekker alleen, zomaar rechtuit lopen en zien waar ik uitkom. Af en toe links, dan weer rechts. Je weet niet wat je ziet. Overal mensen, koeien, geiten, dromedarissen, winkeltjes, stalletjes, scooters en riksja's. En alles geurt heel onbekend. Na een uurtje heb ik het wel even gezien en neem een riksja terug naar het hotel waar we om zeven uur hebben afgesproken om te gaan eten. Via een enorme omweg kom ik toch nog keurig op tijd aan. We hebben heerlijk gegeten van een tafel vol verschillende indiase gerechten. Vegetarisch, want vlees eten in India is niet verstandig.

Op de terugweg samen met Wilma een riksja gedeeld. Je hebt nauwelijks houvast in zo'n ding met z'n tweeën. We hopen maar dat het goed komt. Tweemaal vliegt de ketting er af en de laatste paar honderd meter besluiten we maar te lopen. Nog even wat fruit gekocht, rustig in het hotel gezeten en dan naar bed.
Morgen zien we wel verder.

29 JUNI

10.00 uur
Ik werd pas om tien uur wakker vanochtend. Frans zou om zes uur gaan bergbe­klimmen (!) en Corné was ook al weg. Vandaag eerst naar een bank om te kijken of ik geld kan krijgen met m'n creditcard. Dat kan alleen bij de Anddrabank. Met een riksja er naar toe. Ik wordt bij een willekeurige bank afgezet. Geen geld. De riksjarijder brengt me al zwetend naar een volgende bank. Weer de verkeerde. Hij doet maar wat, geloof ik. Na in de bank nagevraagd te hebben blijkt de Anddra­bank gelukkig maar honderd meter verderop te liggen. Ik kom binnen en mag achter de balie tussen alle bureaus plaatsnemen. Ik pak m'n fles water en wil me installe­ren, omdat ik verwacht dat het wel lang zal gaan duren. Zowaar, ik sta na tien minuten alweer buiten met het geld. Ik heb nu natuurlijk veel te veel gewisseld, maar dat zie ik wel verder.

De riksjarijder heeft op mij gewacht en brengt me nu naar het City Palace. Een groot, enigszins bouwvallig maharadja paleis, daarna naar de Hawa Mahal, het paleis der winden. Hier heb je een heel mooi uitzicht over Jaipur.
Terug naar het hotel om even te douchen en de kamersleutel terug te brengen, die ik vergeten ben af te geven bij de receptie. Nu kunnen de beide anderen de kamer niet in. Corné is er al en doet z'n best om aardig te blijven. Moet ook wel vanwege de hitte. In de loop van de reis zullen er vast nog wel irritaties ontstaan. We zien wel.

14.00 uur
Wandelend de stad ingegaan, zomaar in het wilde weg. Terug met een riksja. Ik verwacht een dikke regenbui, maar die breekt nog steeds niet door.
Lekker een kopje thee, banaan en papaya in het hotel gedronken en gegeten.

17.30
We zouden naar de bioscoop, de mooiste van India, wie er zin in had. Er kwam niemand opdagen. Ik stond voor de verkeerde bioscoop, zo bleek later. Wel, ik kreeg veel aandacht van allerhande indiase jongens. Ik kreeg nootjes aangeboden en een beedie. Toen de voorstelling die nog aan de gang was stroomde de bioscoop leeg en stonden er eerst tien, toen twintig en op een gegeven moment wel vijftig jongens om me heen te kijken naar die vreemde, witte europeaan, die daar op een stoepje zat en water uit een fles dronk. Een klein gevecht brak uit in de dringende massa.

Door een vijftal jongens werd ik naar de kassa begeleid om een kaartje te kopen. De bioscoop was vrijwel leeg. Na zo'n drie kwartier had ik het ook wel bekeken. De indiase films hebben veel muziek en dans, maar verder is er niets van te begrijpen.

Op zoek naar een restaurant. Lekker gegeten en half lopend, half met een riksja weer terug naar het hotel. Nog een witte blouse met bijpassende broek gekocht, een zak met nootjes en overheerlijke mango's.
Douchen, kleren wassen en naar bed. Morgen gaan we, als ik op tijd wakker wordt tenminste, naar het Amber paleis.

30 JUNI

7.00 uur
Vandaag gaan we naar het Amber paleis. Iedereen van de groep gaat mee. Eerst met onze 'eigen' bus, het laatste stukje omhoog kun je per olifant. Dat heb ik toch maar niet gedaan. Het is een korte klim van ongeveer tien minuten. Je komt bij prachtige gebouwen met overal apen. Een prachtig uitzicht over het stadje Amber en de omgeving. Veel gidsen en souvenierverkopers hier. Ik geef een oud mannetje dat mooi op een instrument speelt een roepie. Verder een aantal praatjes gemaakt met rondhangende indiase jongens. Eén vroeg wat m'n horloge had gekost en wilde het ruilen voor een indiaas horloge van dezelfde kwaliteit. Heb ik maar niet gedaan.

Op de terugweg zijn we langs monumenten en graftomben van de oude maharadja's gereden. Hier veel bedelende kinderen. Een meisje keek zo beteuterd toen we weer weg gingen, ze had blijkbaar niets gekregen, dat ik besloot haar alsnog wat te geven. Ze kreeg concurrentie, gegraai aan alle kanten toen ik mijn arm uit de bus hing. Nagels voelde ik in m'n armen. Pijnlijk moment.

13.00 uur
Lunchen in het zeer sjieke Ram Bagh Palace. Je weet niet wat je ziet. Een verrukke­lijke maaltijd voor slechts een tientje. De eetzaal voor het avonddiner mochten we even bezichtigen. Een koninklijke zaal. Zeer vreemd deze overdadige luxe aan de ene kant naast de armoe en viezigheid van het dagelijks leven.

17.00 uur
Ik heb twee uurtjes liggen slapen. Ik ga wat boodschappen doen voor morgen in de bus. Papaya's, bananen en koekjes. Het lijkt te gaan regenen. Het fruit berg ik in het hotel op en ga aan de wandel op zoek naar koekjes of zoiets. Ik heb m'n witte indiase pyama aan, de andere broeken zijn zo vies geworden. Het lijkt of ik minder wordt aangesproken op straat, maar misschien is dat verbeelding. Ik voel me toch een beetje een clown in zo'n wit pak. Misschien moet het wat viezer worden. In het hotel zie ik vier toeristen ook in het wit gekleed. Ik loop er met een boog omheen. Het lijkt anders wel een optocht.

Over optocht gesproken: onderweg kom ik een stoet mensen tegen vooraf gegaan door een muziekgroep. Het is een vrolijk gezicht. Het blijkt een bruidegom te zijn die te paard zijn aanstaande bruid gaat ophalen.
Het begint te plenzen, net als ik een flink eind gelopen heb. Ik schuil onder een kraampje bij een hele grote boom. Alles is hier een belevenis. Gelukkig duurt de bui niet lang. Ik neem een riksja terug. De weg naar het hotel kan ik inmiddels zelf aangeven, zodat we niet eindeloos om hoeven te rijden.

In het hotel een kopje thee gedronken. Mijn witte broek geprobeerd te wassen, maar dat is mislukt. Morgen maar in het hotel laten doen. Erger kan het niet, hoewel Tessel, onze groepsleidster, verhalen had over kleding die je smoezelig vol met gaten weer terug krijgt.

22.00 uur
Toch nog maar een hapje eten in de stad. Ik ga lopend. Onderweg kom ik iets muziekachtigs tegen. Een optreden, denk ik, maar er wordt bij de ingang geen entree gevraagd. Ik loop door en ik blijk op een bruiloft terecht te komen. Mis­schien wel die ik vanmiddag al tegen kwam op straat. Ik vind het een beetje gênant om te blijven kijken en loop weer verder naar Niro's restaurant. Onderweg besluit ik toch maar een riksja te nemen. Het blijkt nog een flink eind weg te zijn. Het eten is prima, de fles water vertrouw ik niet, maar drink ik toch maar leeg. Ziek zullen we toch wel worden.

Met de riksja weer terug naar het hotel. Buiten de stadsmuren zijn ze duidelijk goedkoper.
Morgen om half zes op. Om zeven uur rijden we weg richting Agra.

1 JULI

7.00 uur
Het is ongeveer vijf uur rijden naar Agra. Onderweg stoppen we bij een vogeltjes­park. Het blijkt een natuurreservaat te zijn. Met een riksja rijden we allemaal in optocht via een kilometers lange weg recht het reservaat in. Links en rechts worden we af en toe gewezen op een vogeltje. Aan het eind van de lange, rechte weg is een grote ooievaarskolonie. In de verte lopen een paar antilopen. Dezelfde weg rijden we weer terug. Echt bijzonder vond ik het niet.

De volgende tussenstop is Fatehpur/Sikri, een oude verlaten stad. Het eerste gedeelte is indrukwekkend groot, maar ook leeg en doods. Ik ben er snel op uitgekeken. Ik heb geen behoefte aan een gids, maar begin het gênant te vinden om ze voortdurend te negeren. Ik ga uiteindelijk door de knieën voor een jong ventje (met z'n grote neef voortdurend op de achtergrond aanwezig). Tot nu toe de eerste die tevreden is wanneer ik met hem afreken. Ik geef hem ook nog een halflege pen cadeau. Hij vraagt nog om een nederlandse gulden en ik ben in een stemming, door moeheid en hoofdpijn, dat ik hem alles wel wil geven. De gulden zit echter ver weg in m'n bagage in de kofferbak van de bus. Hij loopt me toch achterna als ik al afscheid genomen heb en in de bus een hoofdpijntabletje slik.

Ik ben ook nog chagrijnig omdat m'n fotorolletje vastgelopen is in de camera en ik een aantal foto's verknoeid heb. Ik vraag Jan om een gulden en ik krijg een 2-mark stuk. Ook goed, maar de jongen is inmiddels weer vertrokken.
Iedereen komt aan de busraampjes bedelen of probeert prullen te verkopen. Je wordt er half gek van. Een jongen vraagt hoeveel roepies een gulden is. Even later komt hij enthousiast terug met een echte hollandse gulden. Op het laatste moment geef ik hem, beroerd door de hele situatie, er wat roepies voor. Veel te weinig besef ik later.

Tijdens het laatste stukje naar Agra komen we een enorme kudde gieren in een weiland en ook midden op de weg tegen. Foto-pauze.

17.00 uur
Na het prachtige hotel in Jaipur valt het keurig nette hotel in Agra vies tegen. Het is een bacterie-vrije tweepersoonskamer waar een derde bed bij ingeschoven wordt. Ons protest heeft geen zin. We hebben gekozen voor het delen van een kamer met 1 of 2 anderen, zegt Tessel de groepsleidster, en ze heeft ook wel gelijk. Weg privacy.

19.30
Ik neem een riksja naar het Zorba the Buddha restaurant. Helaas is het deze zomer dicht. Ik laat me naar een ander restaurant brengen. Het is helemaal leeg en ik wil eigenlijk weggaan, maar na aandringen besluit ik toch te blijven. Het eten smaakt prima en of ik last zal krijgen zal wel blijken.
Om negen uur terug naar het hotel met de afspraak om morgen de hele dag de riksja te huren en alles te gaan bekijken.
Alleen nog onderhandelen over de prijs.

2 JULI

9.00 uur
Opgestaan en ontbeten aan een tafeltje met Jaap en Christa. Om tien voor tien naar buiten om te kijken of de riksjarijder er al/nog staat. Niet te zien. Na keurig tot tien uur gewacht te hebben ga ik met een ander mee die keurig heeft staan wachten. Later blijkt dat dat afgesproken was. Ik huur hem voor de hele ochtend en middag. Eerst naar de Taj Mahal. Prachtig, prachtig. Morgen wil ik weer. Dan naar het Rode Fort. Groot en indrukwekkend. Een hapje eten in hetzelfde restaurant als gisteren. Dan naar een graftombe van een beroemde dichteres. We rijden over een brug over de rivier en je kunt veel waterbuffels zien. Veel wassende mensen ook, die misschien ook mijn spullen, die ik in het hotel heb afgegeven, aan het wassen zijn. Veel ligt al te drogen in de zon. De tombe is mooi maar kan natuurlijk niet tippen aan de Taj Mahal.

Nu naar winkeltjes, zoals afgesproken. Ik wil een cadeautje voor Brahim meenemen en zoek iets met arabische inscriptie. Overal zie je echter alleen maar souvenirs van marmer met ingelegde (nep)stenen bloemen à la Taj Mahal. Bij het derde winkeltje vind ik gelukkig wat prenten met arabisch schrift. Het zijn soefi's en ik koop het direct. De riksjarijder vraagt of ik nog mee naar een volgende shop wil, dat moet van zijn baas. Ik hoef niets te kopen en ben best bereid om even voor de show mee te gaan. Bij het zien van allemaal tapijten in de winkel krijg ik bijna een beroerte. Ik krijg visioenen van de vreselijke tapijtverkoper in Marrakech vorig jaar en vlucht direct weer naar buiten. De riksjarijder protesteert ook niet en levert me weer keurig af bij het hotel. Hij protesteert ook niet bij het afrekenen. Ik spreek voor 's avonds af.

20.15 uur
Ik ga uit eten met Tessel, Frans, Jan, Erica, Corné en Wilma. De riksjarijder komt gelijk naar me toe en met z'n vieren rijden we mee naar restaurant Kwality. Na het eten staat hij weer te wachten. Iedereen wil wandelen, maar omdat de hele dag met hem goed bevallen is besluit ik met hem te rijden. Waarheen? Naar iets waar muziek is, vraag ik. Ik kom terecht in een muziekwinkeltje met hele mooie instru­menten. Dat is niet helemaal de bedoeling maar ik laat maar niets merken. De verkoper pakt een sitar en geeft een privé-concert weg. Toch wel leuk. Na tien minuten wil ik weer weg, ik wil geen misbruik van de situatie maken, ik wil toch niets kopen. Hij probeert nog wel wat CD's te verkopen, maar gezien de onduidelij­ke kwaliteit koop ik niets.
We gaan nog even een pilsje drinken in een café-achtige gelegenheid. Met een pilsje buiten gezeten op een stoepje en een leuk gesprek gehad over heroïnegebruik in India.

Terug in het hotel zit Frans op onze kamer naar voetbal op TV te kijken, hoewel ik hem dat verboden had. We kletsen nog wat en gaan tegen enen slapen. Morgen wacht de riksjarijder weer. Hij heet Bishè (of zoiets).

3 JULI

10.00 uur
Bishè staat al op me te wachten. Vandaag gaan we naar Sikandra waar de graftombe van koning Akhbar staat. Een groot mausoleum met in de tuinen een apenkolonie. Ik laat een foto maken terwijl ik een aap wat nootjes geef en een ander op m'n schouder zit. Best zwaar zo'n beest.
Op de terugweg komen we een man met een beer tegen. De beer kan discodansen, doodliggen en ik mag hem een hand geven. Leuk en zielig tegelijk.

Nog even langs een moskee geweest, gewoon uit nieuwsgierigheid. Hier in India zijn de moskeeën ook voor niet-moslims toegankelijk. Wel voor twee roepies je schoenen uit doen.
Prima geluncht en wat winkeltjes af. Een vijftal boekjes van Osho gekocht en een klein, wit boeddhabeeldje. Thee gedronken in een indiaas stalletje. Lekker. Bishè trakteert, dat stel ik zeer op prijs.

In het hotel teruggekomen blijkt dat we 's avonds een afscheidsborrel krijgen aangeboden door de manager van het hotel.
We zitten in een vreemde opstelling, allemaal op een rij voor een lange tafel met drankjes en hapjes. Twee obers serveren ons. Heel gezellig.
Ik heb met Bishè afgesproken dat hij me nog naar een restaurant zal brengen. Om kwart voor negen kom ik pas naar buiten. Hij zit me een beetje op te jutten dat ik snel moet eten want hij wil nog naar de bioscoop om half tien. Hij 'dumpt' me bij het eerste het beste restaurant nog geen honderd meter verderop. Jammer. Ik had op een rustiger manier afscheid van hem willen nemen. Gelukkig heb ik 's middags een foto van hem met z'n riksja gemaakt voor een prachtig bloeiende struik. Morgen om half vijf op.

4 JULI

17.00 uur
Na aankomst in het hotel te Khajuraho ga ik na een lekkere douche het dorp in. Na twee dagen mij in Agra door Bishè te hebben laten rondrijden, besluit ik nu om geen gebruik te maken van aangeboden diensten. Ik wil wandelen. Bij de poort wimpel ik een aantal wachtende riksja-rijders af. Lekker te voet verder.

'Hello" links, 'hello' rechts, ik loop. Een indiase jongen loopt met mij op. Hij begint te praten en van alles uit te leggen. Ik probeer rechtdoor te lopen, wijk geen meter naar links of naar rechts, als hij mij iets wil aanwijzen of af wil slaan. 'Where do you go?'. 'That way!', vooruitwijzend en ik loop stug door.. Helaas, de moesson breekt door en we lopen naar een klein, houten kraampje om te schuilen. Er zit een oud vrouwtje met een jongetje en mij wordt chai en een beedie aangeboden. Het regent, het is warm, ik ben moe van de reis en ik voel me een prins met een kopje thee in dat houten hutje. Ik kan wel uren zo blijven zitten.

De regen stopt weer na een kwartiertje of zo en we wandelen terug. Sakil, zo heet hij, wil me z'n shop laten zien. 'Why not?', denk ik. Hij heeft een shop bij restaurant Temple View. Een restaurant wat totaal niet loopt door het slechte eten en de bediening, zo vertelt hij mij later eerlijk. Eerst maar een pilsje drinken. Dat valt goed na zo'n lange busrit. Nog maar een. Plotseling is er een stroomstoornis. Há, ik heb een zaklantaarn, denk ik en ik maak licht. Allerlei dikke torren landen plotsklaps op m'n witte India-shirt en kruipen er lekker onder. Jeuk, jeuk, overal jeuk. Elektrici­teit verlost mij uit m'n lijden.

Het lijkt mij verstandig om ook wat te eten. Sakil laat een jongetje wat halen. De pikorde is duidelijk. Ik wordt op m'n wenken bediend. Eerst worden er wat gefrituurde dingetjes geserveerd. Ik ontdek een dooie duizendpoot en een stukje gebakken aardappel. Door bier en moeheid overmand beginnen de gefrituurde groene pepertjes op gebakken salamandertjes te lijken. Ik krijg geen hap meer door mijn keel. Er volgt een vegetarische schotel. Ik deel met Sakil, die gulzig een kommetje leegschrokt. Hij heeft waarschijnlijk de hele dag nog niet gegeten. Na twee happen laat ik de kleffe hap staan. Na een derde pilsje besluit ik naar het hotel terug te gaan. Sakil loopt met mij op tot de ingang.

Bij het hotel gekomen ga ik naar binnen en loop enigszins wankel naar m'n bed. De volgende ochtend krijg ik van Frans en Corné te horen dat ik vreselijk gesnurkt heb. Dat zal ook wel.

5 JULI

10.00 uur
Om ongeveer tien uur heb ik met Sakil afgesproken bij z'n shopje. Hij zal me op de fiets Khajuraho laten zien. Echt veel zin lijkt hij niet te hebben. Niet goed te peilen. Voor mij hoeft 'ie niets, maar hij ziet natuurlijk geld.
Eerst de tempels bekeken. Hij gaat niet mee naar binnen. De tempels heeft hij natuurlijk al wel duizend maal gezien. Daarna vraagt hij of ik Bapaji wil ontmoe­ten. Bapaji, z'n goeroe, woont in een hutje op de hei. Bij het binnentreden van het hutje zie ik een heel klein oud mannetje liggend op een heel klein oud bedje. Een jongen met ecstatische ogen masseert z'n oude, rimpelige benen. Zo gaat dit waarschijn­lijk al uren, dagen, maanden en jarenlang. Na een onverstaanbaar verhaal in het Hindi-Engels over marihuana roken gaan we weer verder.
We fietsen nog een eindje, zitten wat in de schaduw te praten. De spanning stijgt. Ik heb het gevoel dat ik over een grens ga. Ik weet niet zo goed wat ik met hem aanmoet.

14.00 uur
Afgesproken met de groep voor een tocht langs een waterval, een treehouse en een verlaten kasteel. Prachtig, prachtig, prachtig. Wat moet je er nog meer over zeggen.

19.00 uur
Als we terug in het dorp komen staat Sakil al weer te wachten. Ik drink een pilsje, eet chapaties met jam terwijl hij ondertussen vanalles aan mij probeert te verkopen. Ik koop wat ansichtkaarten en muziekcassettes, wat ik al van plan was. Meer niet. Hij blijft maar proberen, tot vervelens toe. We begrijpen elkaar best, maar onze werelden lopen zo uiteen dat begrip geen enkele waarde heeft. Tegen tien uur wandelen we terug naar het hotel. Ik heb Sakil een t-shirt beloofd. Buiten praten we nog even. Hij mag niet mee naar binnen. Als ik naar binnen ga om het t-shirt te halen wordt ik gelijk aangesproken door een hotelbediende die vraagt of ik de hotelshop wil komen bekijken. Gil! Ik loop door, pak een t-shirt en een overhemd wat ik toch nooit draag en geef het buiten aan Sakil. We nemen afscheid.

Ik wil net m'n tanden gaan poetsen of Corné komt vrolijk binnen waaien. "Heb je nog oude kleren om weg te geven aan een vriend van mij?", zegt 'ie, "hij staat buiten te wachten".

6 JULI

5.30 uur
Om half zes 's morgens vertrekken we met de bus richting Varanasi. Een prachtige doch vermoeiende rit over slechte indiase wegen. Aan het eind van de middag komen we aan. De hal van het hotel is mooi, de kamers zijn minder en geen bad deze keer.

Varanasi is echt een stad. Een stad van de dood. Lijkverbrandingen en rituele wassingen vinden plaats bij de ghats aan de oever van de Ganges.
Na een douche ga ik gelijk de stad in. Een drukte van belang! Vreselijk veel riksja's hier, ze rijden af en aan. Ik loop maar wat en kom bij toeval bij de Main Ghat uit. Dit is de belangrijkste ghat, de plek waar hindoes ritueel baden. Door de moesson staat het water vrij hoog en zijn de ghats half onder water. Toch een hele indruk. Ik loop verder door de nauwe steegjes. Je waant je in de middeleeuwen. Het is half tien, dus al donker. Als ik een rat zie lopen en mij bedenk dat ook hier ieder moment de stroom uit kan vallen maak ik rechtsomkeert. Ik heb m'n zaklantaarn niet bij me en ik moet er niet aan denken dat ik hier in het pikkedonker moet lopen zoeken naar de uitgang.

7 JULI

7.00 uur
Ik ben vrij vroeg wakker vandaag maar toch nog te laat om in alle vroegte de Indiërs hun bad te kunnen zien nemen. Ik zwerf weer door de straten en steegjes. Ik heb twee prachtige batiklappen gekocht voor aan de muur in m'n nieuwe huis. Ik koop nog een tiental ansichtkaarten bij een klein jongetje op straat. Een tweede jongetje probeert me ook nog wat ansichtkaarten te verkopen, maar meer hoef ik echt niet, helaas. Een derde jongetje komt er bij staan. Hij heeft een klein doosje met heel veel kleine potjes verf en stempeltjes.

Ik krijg allemaal kleine goudafdruk­jes op m'n hand gestempeld. Ik vind het wel grappig spul, denk nog wat moet ik ermee, maar schaf voor 45 roepies + 5 fooi een setje aan. Het jongetje loopt zeer gelukkig weg. De andere, die tot nu toe alles heeft gade geslagen kijkt me aan, haalt een doosje tevoorschijn en zegt dat hij de doosjes voor 25 roepies verkoopt en dat ik gek ben om er zoveel voor te betalen. Ik moet vreselijk lachen om z'n veront­waardigde gezicht en schaf ook zijn setje aan voor 15 roepies + 5 fooi. Hij geeft me nog een ansichtkaart erbij cadeau en ook hij loopt zeer gelukkig weg.

18.00 uur
Terug in het hotel zit ik aan de eettafel Toos en Aafke m'n aankopen te showen. De ober vindt met name de verfpotjes zeer interessant, haalt een schoteltje met water en bestempeld onze voorhoofden met rode en gouden tekentjes. Zo zijn we een half uur zoet aan het spelen.

20.00 uur
Toch nog even de stad in geweest maar ver kom ik niet. Ik ben moe. Ik heb even op een muurtje in m'n schriftje zitten schrijven. Veel bekijks. Als ik weer terug in het hotel kom merk ik dat ik bekaf ben. Ik val in een diepe slaap.

8 JULI

10.00 uur
Ik ben nog vergeten te schrijven dat ik gisterochtend vlakbij de ghats gemasseerd ben door een indiase masseur. Daar lag ik op een matje op de stoep tussen de mensen, terwijl m'n hoofd, handen, voeten en alles ertussen onderhanden werd genomen.

Ik ben al met een bootje op de Ganges langs alle ghats gevaren en heb de burning ghats vanuit de verte gezien, maar vandaag ga ik er lopend naar toe en wil ik proberen er zo dicht mogelijk bij te komen. Tot nu toe heb ik iedereen in Varanasi die mij ongevraagd aansprak genegeerd, maar het blijkt dat ik toch een gids nodig heb om de burning ghats te vinden en laat me er naar toe brengen door een willekeurige man die me aanklampt.

Eerst kom ik bij een hoog gebouw waar vanaf ik een goed uitzicht heb, maar ik vind het nog te hoog en te ver af. We gaan een stuk naar beneden naar een terras waar ik een redelijk uitzicht heb. De man begint over zijdewinkeltjes en ik besluit, nu ik op de plek ben waar ik wilde zijn, iedereen verder weer te negeren.

Beneden liggen een aantal lijken op brandend houtvuur. Eén man kan ik duidelijk zien. Z'n gezicht lijkt wat opgezwollen maar is nog intact, evenals z'n haar. Ik blijf wel een half uur staren naar de man bovenop het vuur. Heel langzaam verdwijnen z'n benen en z'n romp. Het intacte hoofd met schouders ligt er nog steeds, maar ik besluit niet te wachten tot de man helemaal verdwenen is.

14.00 uur
We gaan met de groep naar Sarnath, de plek waar Boeddha voor het eerst gepredikt heeft. Nu staan er zowel ruïnes van oude tempels als nieuwere. De groep volgt de gids, maar omdat ik eigenlijk meer meegegaan ben om even uit de drukte van de stad te zijn, laat ik de groep inclusief gids al snel links liggen. Al verkopers en bedelende kinderen negerend kom ik bij een kraampje terecht, waar ik op een bankje een cola en een chai bestel. Niets bijzonders deze middag, gewoon even rust.

19.00 uur
Ik bereid me enigszins psychisch voor op de busrit naar Nepal. Vanavond om half elf vertrekken we en rijden de hele nacht en dag door. Het lijkt me een verschrik­king. Ik maak nog een laatste wandelingetje, voorlopig, door India. Niet vergeten Sakil een kaartje uit Kathmandu te sturen, zoals beloofd.

9/10 JULI

10.00 uur
Ik zit op een boomstronk langs de kant van de weg in Nepal. De busrit hiernaar toe was vreselijk. Om een uur of elf 's ochtends zijn we aangekomen in Rhino Lodge. Leuke tweepersoonshuisjes, een gezamenlijke eetplek buiten onder een grote parasol en een kantine vlak in de buurt. Slechts bereikbaar per jeep en in een uitgeholde boomstam een riviertje over. Wat een rust vergeleken bij Varanasi.

Nepal lijkt minder armoedig. Hier geen opdringerige gidsen en bedelende kinderen, maar vriendelijke boeren en boerinnen.
Rhino Lodge ligt in een soort toeristenvakantiedorp, wat nu vanwege de moesson zo goed als verlaten is. De regen valt mee, maar het is zeer warm en vochtig. Veel water drinken hier.

Gisteren niet veel gedaan. Een omelet gegeten, met een paar mensen een korte wandeling gemaakt naar de rivier, weer gegeten, een spelletje met Christa en Tessel gedaan en om half negen naar bed gegaan.
Tegen zevenen opgestaan, ontbeten en op de mountain-bike gestapt, die al voor mij klaar stond. Meer dan een uur gefietst en nu zit ik hier in m'n eentje op een boomstronk ergens langs de kant van de weg in Nepal.

17.00 uur
Ik heb toch maar besloten om per olifant de jungle in te gaan. Corné en Jaap gaan mee. Met z'n drieën hebben we nog redelijke zitruimte in het bakje boven op de olifant. Ik verwacht niets te zien, maar even buiten het dorp, slechts een paar tiental meters de jungle in, staat daar de eerste: een kolossale neushoorn. Even later zien we nog een moeder met een jong. En zelf nog eens vier volwassen neushoorns tegelijk. Heel fascinerende beesten. Ik hoop dat de foto's gelukt zijn. Dit maak je niet zo vaak mee.
Na ruim twee uur zijn we weer terug in de Lodge.

11 JULI

10.30 uur
Alweer vroeg op. Lekker rustig ontbijt, thee, later koffie. Om half elf vraag ik om een mountain-bike en ga ik op de fiets de dorpjes door. Overal wordt je begroet. By, by, namaste. Twee jongetjes liften een eindje mee. Eén achterop de fiets en één voor op de stang. Grote pret. Na honderd meter vinden ze het toch wel een beetje eng en lopend joelend weer terug.

Als ik bij een rivier kom ga ik even zitten om een sigaretje te roken. Al snel heb ik een groepje kinderen om mij heen. Ik moet wat shagjes draaien. Iedereen is zeer gefascineerd door onze Hollandse manier van roken. Ik krijg de aangeboden shag wel weer terug, want ze zijn te sterk voor de nepalese keel. Een jongen van een jaar of zeventien wil met mij op de foto. We praten wat over koetjes en kalfjes (neushoorns en waterbuffels). Dan nodigt hij mij uit om mee te gaan naar het huis van zijn broer. Ik ben razend nieuwsgierig en ga dan ook graag mee. Het is twee minuten lopen. Heel apart om zo'n woning binnen te gaan. Het is vies en het stinkt vreselijk. Uit het raam zie ik een soort wezel lopen. Mooi. Roj, zo heet de jongen, laat mij z'n kamer zien. Ik ga zitten op een stoel en alle kinderen des huizes komen mij bekijken. Er wonen zeventien mensen in deze nog redelijk grote woning.

Roj zit op school en laat mij z'n schriftjes en lesboeken zien. Er is gebrek aan pen en papier. Hij schrijft z'n naam, adres en banknummer op en vraagt om een bijdrage voor z'n education. Ik beloof niets, geef hem wel vijftig roepies en zal in Nederland een navragen wat de beste manier is om eventueel iemand in Nepal te steunen.

Teruggekomen in de Lodge zit iedereen weer/nog steeds in 'de kring'. Af en toe wordt er door een klein groepje een activiteit ondernomen, maar er gebeurt verder weinig. Nepal/Chitwan National Park valt bijna iedereen tegen. De benauwde, vochtige hitte, het eten is minder, een aantal groepsleden zijn ziek. Chitwan is een beetje een dieptepunt van de reis. Zeker voor Corné, die enige luxe wel op prijs stelt. Ik zeg hem op een gegeven moment dat ik hem vreselijk verwend vind voor iemand van twintig. Er volgt een discussie over westerse normen en aanpassingsvermogen. Ik schijn de enige te zijn die nergens last van heeft.

De nacht is zweterig. Ik kan wat moeilijk in slaap komen. Opeens hoor ik Corné heel hard roepen: "Laat me binnen, laat me binnen". De volgende ochtend blijkt dat 'ie gedroomd heeft over het luxe Sheraton hotel. De arme stakker.
's Avonds Nepalees dance en dinner. Leuk en lekker. Vers geslachte kip. Voor het eerst sinds weken weer vlees gegeten.

12 JULI

8.00 uur
Het grootste deel van de groep gaat mee met de 'rafting' op een rivier in de buurt. Om een uur zullen we ze met de bus oppikken en verder rijden naar ons tweede doel in Nepal: Pokhara. Iedereen hoopt dat het daar wat minder broeierig zal zijn. De tocht is weer lang, maar heel mooi zo door de bergen verder Nepal in.

Pokhara blijkt op het eerste gezicht een zeer toeristisch stadje. Veel hotelletjes, restaurants en soevenirshops. Hotel Boeddha is prima vergeleken bij de huisjes van Rhino Lodge en ik ben nu aan de beurt voor een eigen slaapkamer. Daar heb ik nu ook zin aan, al gaat het met z'n tweeën of drieën ook best.
Morgen huur ik weer een fiets.

13 JULI

8.00 uur
Fietsen is lekker hier. Ik ben vandaag zeer vroeg wakker, om zes uur, en om half zeven zit ik aan het ontbijt. Langzaam druppelen er wat meer groepsleden naar de ontbijtzaal. Ik heb een fiets gehuurd voor de hele dag en rij in langzaam tempo langs alle winkeltjes. Ik heb koopzucht, maar zie nauwelijks winkeltjes waar ik even binnen wil gaan kijken. Buiten veel rekken met nepalese broeken, shirts, tassen, sokken en dat soort dingen. Wel leuk, maar totaal uit de mode in Nederland. Ik koop voor Ria een lekker grote Tibetaanse wollen sjaal. Daar blijft het bij. Ik fiets voornamelijk rondjes. Pokhara is zeer uitgestrekt en ik kan mij niet goed oriënte­ren. Doordat het moessonseizoen is, is het vrij uitgestorven overal. Weinig toeris­ten. Het komt allemaal wat triest over. Overal hoor je muziek uit de jaren zestig. Alsof de tijd hier heeft stil gestaan. Voor mij is Pokhara een beetje een dieptepunt van de reis.

Gelukkig heeft hotel Boeddha een lekkere tuin waar ik de andere groepsleden regelmatig ontmoet bij een kopje thee of koffie. Ook komen daar de Tibetaanse vrouwen met de vraag of ze je wat mogen laten zien. Zeg je ja, dan wordt er een kleedje op het gazon uitgespreid en worden er uit een tas één voor één allerlei prulletjes tevoorschijn gehaald. Kettingen, hangertjes, bellen, messen, schaaltjes, doosjes, alles wordt op het kleedje gelegd. Het duurt zeker een half uur voor alles uitgepakt is. Ik heb geen enkel belang bij de spullen en koop dan ook niets. Ik voel me wel enigszins bezwaard en ben blij dat een aantal anderen na eindeloos onderhandelen en afdingen toch wat kopen.
Lekker mexicaans gegeten in de prachtige tuin aan het meer bij restaurant Boomerang. Het is al donker en overal springen kleine kikkertjes.
Vroeg naar bed. Een warme, benauwde nacht.

14 JULI

8.30 uur
Vroeg op, ontbijten en dan naar het Pokhara museum. Gisteren kon ik het niet vinden, maar nu weet ik beter hoe ik moet fietsen. De afstanden zijn veel groter dan het op het plattegrondje lijkt. Toch fiets ik er weer voorbij, heb geen zin om terug te gaan en fiets al zwetend een uur door. De weg gaat langzaam omhoog.

Ik laat m'n fles water vallen en fiets er ook nog over heen. Stuk natuurlijk. De tempel aan het eind van Pokhara, het tweede doel van vanochtend, kan ik ook niet vinden. Ik zoek ook niet echt. Ik besluit om maar weer terug te fietsen naar het hotel. De weg gaat nu weer naar beneden en in tien minuten ben ik weer op het beginpunt. Ik besluit dat Pokhara niets voor mij is en onderneem geen pogingen meer om iets te gaan bezichtigen. Ook geen bootje huren op het meer, geen winkeltjes bekijken, alleen maar lekker in de tuin van het hotel kopjes thee drinken, een hapje eten en met Tessel praten, die ook niets onderneemt. De Tibetaanse vrouwen zitten nu met z'n zessen in de schaduw van een boom te breien. Niemand wil hun prullaria zien.

16.00 uur
Wat ik de hele tijd al wilde ga ik nu doen: een full-body massage. Overal wordt er mee geadverteerd. Ik fiets door de winkelstraat en bij het eerste uithangbord vraag ik de prijs en besluit me er aan over te geven. Achter de kapperszaak is een kleine ruimte waar een matras op de grond ligt. Ik wordt verzocht m'n kleren uit te trekken en te gaan liggen. Heel wat anders dan in Varanasi waar ik met kleren aan op een kleedje op de stoep een behandeling onderging.
Ik ga ontspannen liggen, sluit m'n ogen en laat maar gebeuren. De jongen begint bij m'n voeten en werkt langzaam m'n hele lichaam af. Hij gebruikt een soort kokosolie. Ik vind het heerlijk en verlies al m'n gevoel voor tijd. Veel te snel is het afgesproken uur om en enigszins daas sta ik opeens weer buiten.

18.00 uur
Ik heb nog een tijdje in de tuin met Tessel zitten praten. Ze onderneemt hier ook niet zoveel, om even tot rust te komen. Ze vraagt of ik mee ga eten. Dat doe ik. Tegen achten barst de moesson los. Door de plenzende regen lopen we terug naar het hotel
Morgen gaan we naar Kathmandu. Als enige neem ik het vliegtuig. De busreis lijkt mij vreselijk door de kans op oponthoud door de zware regenval. Alleen hopen dat ik niet neerstort hier in de bergen.

15 JULI

9.00 uur
Het heeft de hele nacht flink geplensd. De hele groep is vanochtend om half zeven vertrokken richting Kathmandu. Ik ga alleen om één uur met het vliegtuig. Spannend. Ik zit in de tuin te wachten tot ik kan vertrekken. De hoteleigenaar en manager houden mij gezelschap. Tegen twaalven wordt ik achter op de motor naar het vliegveld gebracht. Het lijkt een soort weiland aan de rand van Pokhara. Het inchecken en alles gaat wat dorps. Alsof je met de streekbus gaat.

Een halfuur later dan gepland vliegen we de lucht in. Ik zweet me nu dood. Het uitzicht is prachtig. We vliegen laag onder de wolken door.. Helaas is het te bewolkt om de besneeuwde bergtoppen te zien. Na een halfuurtje landen we alweer. Het is heel mooi om de vallei van Kathmandu vanuit de lucht te zien.
Met de taxi naar het hotel. Ik heb net gedouched of de bus met de andere groepsleden is ook gearriveerd. De reis is vlot verlopen zonder al te veel oponthoud door weggespoeld gesteente. Gelukkig maar.

15.00 uur
Ik ga even de omgeving verkennen. Vreselijk veel winkeltjes met ook hele mooie spullen. Na een korte wandeling ga ik weer terug naar het hotel. Ik ben meer moe dan ik dacht. Lekker een dutje gedaan.

19.30 uur
Ik ga even eten bij K.C.. Ik heb net besteld of Frans, Jan en Erica komen er ook aan. We hebben mooi uitzicht op een straatje vol voorbijgangers. Het is een drukte van belang. Veel toeristen hier.
Goed gegeten. Met z'n vieren nog wat gelopen. Kathmandu is heel mooi. Zeer aparte gebouwen met veel hout en balkonnetjes.

16 JULI

8.30 uur
Wandelend ga ik op zoek naar Durbar-square. Een groot plein met her en der paleizen, tempels en pagoden. Schots en scheef door elkaar. Heel oud. En heel indrukwekkend. Veel verkopers met alle mogelijke spulletjes. Ik kijk even naar een gietijzeren beeldje. Gelijk stormt er een verkoper op mij af. Hij vraagt 7000 roepies voor het beeldje. Dat vind ik veel te duur, ik wil het beeldje ook niet echt kopen en bied 500 roepies om er af te zijn. Zo lijkt het en ik loop weg. Hij loopt mij echter opeens achterna, de hele stad door. Z'n prijs schiet naar beneden. Ik zeg voortdurend dat ik het beeldje absoluut niet wil hebben, voor geen enkele prijs, maar hij blijft stug volhouden. Hij zakt van 2000 via 1200 naar 850 roepies. Uiteindelijk ga ik door de knieën en koop voor 600 roepies het beeldje. In het hotel blijkt dat ik het best een heel mooi beeldje vind.

11.00 uur
Dutje gedaan. Ik ben moe.

13.00 uur
Wandelend naar de Bhimsentoren, een lange, hoge pilaar. Onderweg kom ik langs de groentemarkt. Ongelooflijk, een vuilnisbelt met allerhande groente- en fruitstalletjes er dwars door heen. Ik koop een veel te rijpe papaya. In de buurt van de toren wil ik een kopje thee drinken met een gebakje erbij. Dat laatste is lekker, maar de thee laat nogal op zich wachten. Na nog eens vragen krijg ik een kopje warme melk met een theezakje erin. Ik betaal maar en ga weer weg.

15.00 uur
Dutje gedaan. Doodmoe.

18.00 uur
Op zoek naar een restaurant. Ik ben een beetje de richting kwijt. Opeens wenkt een vriendelijk kappertje mij. "Full-body massage?", vraagt hij. Kan nog best voor het eten, denk ik. Ik moet op een kappersstoel plaatsnemen. "Massage?", vraag ik voor de zekerheid, bang dat 'ie m'n haar nog korter wil knippen. "Yes, yes!".

Eerst m'n hoofd. Van alle kanten wordt het beklopt en betast. Vier nepalese kameraden kijken vanaf een houten bankje toe naar de behandeling die ik onderga. Ik moet vooroverbuigen. M'n nek, schouders en rug worden flink aangepakt. M'n vel wordt zo ongeveer van m'n botten losgerukt. Ik stel de sm-behandeling niet op prijs en zeg dat 'ie moet stoppen. "It only hurts, I had better massage in Nepal". Ik vertrek, het kappertje en het nieuwsgierige viertal beduusd achterlatend.

20.00 uur
Na het eten, op weg naar het hotel, hoor ik ergens goeie muziek. Ik besluit een kijkje te nemen. Ik kom terecht in een cocktail-blues-bar. Helemaal leeg. Ik wordt direct naar binnen gelokt. Ik bestel een honey-suckle, rum met honing en citroen en neem plaats voor het raam. Ik zit best wel lekker en de cocktail is een prima slaapmutsje.

17 JULI

10.00 uur
Vandaag huur ik een fiets en ga ik naar Patan, enkele kilometers buiten Kathmandu. Ook deze stad heeft een Durbar-square met de vreemdste bouwsels. Heel mooi. Ik neem plaats op een dakterras met een mooi uitzicht over het plein. Het is hier veel rustiger dan in Kathmandu. Ik blijf lang zitten voor mijn doen. Mooie muziek klinkt op de achtergrond. De zon schijnt. Toos en Aafke komen langs gelopen. Ze hadden me al zien zitten vanaf een ander, hoger gelegen dakterras. Even later zwaai ik naar Jaap en Christa. Grappig toch.
Terug naar het hotel voor een dutje. Op het laatste stukje gaat m'n band lek. Géén ramp, hoort er gewoon bij. Kan wel weer gelapt worden.

18.00 uur
Volgens mijn gids zijn er iedere avond bij hotel Shanker folkloristische voorstellingen. Lijkt me wel leuk. De fiets doet het weer, dus ik erheen. Hotel Shanker blijkt zeer sjiek te zijn. Ik ben een uur te vroeg en drink eerst een kopje thee in de lounge.

Om zeven uur begint de voorstelling. De bezoekers laten het afweten. Met z'n vieren zitten we in een ruim zaaltje met gemakkelijke stoelen. De voorstelling is leuk, maar het enthousiasme ontbreekt af en toe zichtbaar. Het valt ook niet mee voor een lege zaal op te treden. Ze doen hun best.

18 JULI

9.00 uur
Vandaag gaan we met de groep op excursie naar Bhaktapur, een tempel bij Changun Narayan en naar Nagarkot, waar je een mooi uitzicht bij zonsondergang schijnt te hebben. Een aantal willen blijven slapen om ook de zonsopgang mee te maken. Ik niet. Na een korte busrit arriveren we in Bhaktapur. Ook hier een mooi plein met oude paleizen en tempels. Hier zijn opnames gemaakt voor de film Little Boeddha. We hebben vier uur de tijd om dit stadje te bezichtigen. Het is mooi, maar lijkt precies op Patan, waar ik gisteren geweest ben. Ik ben al gauw uitgekeken.

Na een uur op een terras gezeten te hebben begin ik te balen. Ik had ook niet mee moeten gaan. Alle groepsexcursies tot nu toe bestonden voornamelijk uit wachten tot we weer verder konden gaan. De tempel bij Changu Narayan, waar we vanwege de moesson wadend door de modder naar toe moeten, en het mooie uitzicht bij Nagarkot houd ik voor gezien. Als een jongen mij op straat een taxi naar Kathmandu aanbiedt bedenk ik me geen tweede keer. Ik laat een briefje bij de bus achter en vertrek.

In Kathmandu aangekomen voel ik me gelijk een stuk beter. Groepsexcursies zijn niets voor mij. Dat moet ik mij een volgende keer beter bedenken.
Met een stuk chocolade taart kruip ik in bed. Buiten breekt de moesson los. Het plenst en het giet en het is heel gezellig zo in bed.

17.00 uur
Ik wil nog wat wandelen en besluit lopend naar Swayambunath te gaan. Daar is één van de grootste stoepa's van Nepal. Het regent, maar dat weerhoudt me niet. Het is niet ver, maar de stoepa ligt bovenop een berg en dat is nog een hele klim. Het schijnt dat als je de klim zonder stoppen kunt maken, je nog in dit leven verlichting bereikt. Er woont een hele grote apenkolonie rondom de stoepa. Ik vind de klim dan ook een beetje eng. Het lukt me ook niet om zonder onderweg te stoppen de stoepa te bereiken. Eenmaal boven heb je een schitterend uitzicht over de vallei van Kathmandu. De klim is niet voor niets geweest.

19 JULI

10.00 uur
Wat ik dacht dat niet meer zou komen kwam toch: diarree. Waarschijnlijk door de regen en de kou van gisteren. Ik blijf grotendeels in bed vandaag.

20 JULI

10.00 uur
Vandaag verlaten we Kathmandu en vliegen we weer naar Delhi. Helaas, er is een staking aan de gang en er gaat geen openbaar vervoer. De enige oplossing is twee bij twee per riksja. Mèt alle bagage. Ik ga samen met Wilma. Het lijkt wel mee te vallen, maar na vijftig meter vliegt de ketting er al af en dit gebeurt wel dertig keer. Het laatste eind gaan we maar te voet. We hebben toch alle tijd. Om half vijf vertrekt hopelijk het vliegtuig.

21 JULI

8.00 uur
Eindelijk toch nog in Delhi. Helaas nog maar één dag de tijd. Delhi is verschrikkelijk groot. Hier zie je wolkenkrabbers, dure winkels naast het oude, vieze, armoedige.

Na een duur ontbijt in het Continental Hotel neem ik samen met Wilma voor de verandering een groepsriksja naar Old Delhi. De groepsriksja is een omgebouwde Harley Davidson, waar acht personen in plaats kunnen nemen. Als 'ie vol is vertrekt 'ie. Eerst naar het Rode Fort. Een gigantisch groot complex. Dan naar de Jawa Masjid, een grote moskee. We krijgen dorst en gaan op zoek naar een kopje thee en ook om te schuilen want de moesson overspoelt opeens Old Delhi. Bij hotel De Luxe gluren we naar binnen om te kijken of je er iets kunt drinken. We zien rijen bedden met slapende mensen. We blijven maar op het stoepje zitten en krijgen al gauw gezelschap van een geit.


Na het schuilen gaan we ieder apart verder. Ik wissel even nog geld bij het hotel en neem een riksja naar Qutab Minar, de oudste moskee van India. Het is ver weg, zo'n drie kwartier met de motorriksja. Zo zie je nog eens wat. Lange, brede lanen. De moskee is zeer apart. Helaas is er door de afstand heen en terug geen tijd meer voor andere dingen dan wat winkeltjes bekijken.
Ergens op een hoekje zit een bedelaar met naast hem rechtopstaand een half kunstbeen. Ik kan mij niet meer beheersen en moet opeens heel hard lachen.

19.00 uur
Met z'n allen ons laatste diner in India. Weer een echte indiase tafel met veel verschillende gerechten. Heerlijk.

Vanacht om half twee vliegen we terug. Misschien tot ziens.

India / Nepal 1994

Up / Omhoog

eXTReMe Tracker